angst voor de buitenwereld en sociale onbeholpenheid

In orthodox religieuze kringen kan verzuiling een rol spelen of hebben gespeeld. De groep kan erg gesloten zijn naar de buitenwereld.

Uiterlijke kenmerken, bepaalde muziek en specifieke regels en gebruiken versterken het groepsgevoel. Omdat dit goed te controleren is, heerst er vaak een sterke sociale controle en heeft het kerkelijk gezag veel macht. Groepsleden kunnen angst hebben voor de buitenwereld, dit wordt soms zelfs aangeleerd. Er kan veel wantrouwen zijn, maar ook onwetendheid. 

In de bioscoop draait het om seks en in café’s zitten hoeren en pooiers.

De informatie over ‘buiten’ komt van ‘binnen’. De meningsvorming over ‘wereldse zaken’ wordt ook ‘binnen’ gedaan.

“En wàt er ook speelde in de wereld of in je eigen leven, je kon altijd de dominee of de wijkouderling om advies vragen over hoe ‘wij’ hierover behoorden te denken. Hij kon vertellen wat de ‘bijbelse visie’ was op abortus, euthanasie, vreemdelingenbeleid, zorg, onderwijs, milieu, maar ook zeer persoonlijke dingen zoals of je wel of niet naar de bioscoop of een café mocht en of een jongen wel of niet voor het huwelijk al aan de borsten van zijn vriendin mocht zitten.” Bron

Groepsleden beschouwen elkaar als broeders en zusters en gaan met elkaar om vanuit de opdracht elkaar lief te hebben. Ook spreekt men wel van ‘schapen’ die de goede herder volgen. Buiten de groepering zouden de ‘bokken’ zijn of de ‘wolven’. Zij worden beschouwt als ‘zielig’ (omdat ze de waarheid nog niet kennen > dit verklaart de soms aanwezige evangelisatiedrang) of ‘zondig’ (omdat ze de waarheid wel kennen of hadden kunnen kennen, maar deze bewust afwijzen).

Angst voor de buitenwereld

Angst voor de buitenwereld kan ook voortkomen uit de gedachte dat anders- of ongelovigen onder invloed van de duivel zijn, die volgens de leer een geducht tegenstander is en er altijd op uit is om gelovigen aan het wankelen te brengen.

Groepsleden voelen zich over het algemeen het veiligst onder elkaar en proberen ook zoveel mogelijk dingen onderling te regelen (liever wat verder rijden naar een gelovige bakker, dan naar de bakker om de hoek). Men voelt zich beschermt door God, gelooft dat er niets zal gebeuren dat tegen Gods wil ingaat en dat God zelfs zal voorkomen dat ze hun voet aan een steen zullen stoten.

“Toen ik steeds meer ‘in de wereld’ kwam te staan, heb ik serieus een tijd rondgelopen met de gedachte ‘ik moet goed uitkijken dat ik m’n voet niet stoot’. Van het idee dat er iemand om mij heen ‘hing’ die alles voor me regelde en me overal bij hielp, kwam ik terecht in het idee dat ik er mogelijk helemaal alleen voor stond en op mezelf was aangewezen. Ik heb me jarenlang zeer onveilig en zelfs bedreigd gevoeld, als liep ik in vijandig gebied.” (man, 57)

Gevolgen

  • Ontwikkelingsachterstand op emotioneel, intellectueel, seksueel en sociaal gebied
  • Moeite met het vormen van een eigen mening
  • Onwetendheid over sociale regels en gebruiken
  • Sociale onhandigheid en onzekerheid
  • Gevoel van onveiligheid en dreiging
  • Overschreeuwen, los gaan, in de problemen komen
  • Terugtrekken, eenzaamheid